OVER DE WIS- HAT. EN TEEKENfc. 83
De leerling eene zekere maat van
kundigheden, zoo in de practicale als
theoretifche beginfelenverkregen heb
bende zal men dezelven zoodanig
trachten te vereenigen, dat zy onder
ling elkander' de hand bieden door
hemwanneer hy de lagere fcholen
verlaten, en finaak en kundigheid in
de eerde beginfelen gekregen heeft
gelegenheid te verfchaffen, om van de
opgemelde middelen, in openbare in-
ftellingenen daartoe byzonder inge
richte leerfcholengebruik te maken r
op dat de eerzuchtdoor publike exa
mina, en gefchenken aan hen die uit
munten een prikkel zoude zyn toe
vordering.
Geene teekeningen, waarover mis-
fchien lang gev/erkt is, en die dikwyls
geene zekere bewyzen van kunst zyn,
behoorden by diergelyke examina ver
toond te wordenmaar de leerlingen
moestenop ftaanden voeten in te
genwoordigheid van velenzulke
voorwerpen die zy maar zelden ge
zien, en waarop zy zich niet hadden
kunnen voorbereidenaanfehrabben j
en de meest gevorderden de gevraag-
F a de