OVER DE WIS- NAT. EN TEEKENK. f)t moest dienenom ons oordeel zoo juist te maken als mogelyk is; dewyl de naaukeurigheid van het verftand oneindig verkieslyk is boven allezelfs de voortreflykfte, wetenfchappen: de mensch is niet geboren, om zyn' tyd door te brengen met het meten van lynen om de betrekking der hoekenof om de verfchillende bewe gingen der ftof te onderzoeken: voor zoo ver deze wetenfchappen, als louter leerffcellig en ontoegepast, den geest zouden bezig houden: hy is ver plicht, om oordeelkundig, billyk, en rechtvaardig te zyn, in al zyne ge- Iprekken, in al zyne daden, en in al de bezigheden, welken hy behandelt: dit is de grootfte beftemming van 's tnenfchen edelen geesten het is daaromdat de mensch hiertoevoor- namelyk en boven alleszich behoor de te vormen. Onder alle de doeleinden derhal- ven tot welker bereiking de wiskun- dige wetenfchappen behooren beoe fend te worden, munt uit de volma king van het verftand: welke beftaafi in eene heblykheid, om een goed ge bruik van onze vermogens te maken

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 217