92 A. VAN SOLINGEN, ANTWOORD in het kennen der waarheid: 't doeleinde behooren allen re - gen, die een' vasten trap van 3 beoogen, in welk een' tak va-: v r. fchap het syr moges: bsi deze red n werd bv de ouden nictoAAtt to; h t aanleeren en beoefenen dei zvy te toegelaten dan zulk en, die in ue meetkunde ervaren waren. Dewyl de ftelling alleszins waar is, dat de wiskundige wetenfehappen een' ©neindigen invloed hebben op de be- fchaving van het verhandzoo is het de plicht van elk, wien de opvoeding van een' of meer jonge lieden is toe- vertroud, zorg ie dragen, dat deze we tenfehappen door de hun toeveriroude panden, voor zoo ver zy niet als werk- tuiglyke handwerkers worden opgeleidt beoefend en aangeleerd worden: en dit is ongetwyfeldeer wy verder gaan, het eerfte gefchikt en eenvoudig middel, om die wetenfehappen in alge- meener' trein te brengenen ookter- v/yl zy acht nemen op de verfchillen- de oogmerken en doeleinden, waar toe door elk in het byzonder die we tenfehappen beoefend wordenhun onderwys daartoe te bepalen, dat de.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 218