OVER DE WIS- NAT. EN TEEKKNK. 93
beoefening dier wetenfchappen de
leerlingen gcfchikt make om hun
verftand te verbeteren. Daar het nu
niet tnisfen kan, of de wiskundige we-
tenfchappen zullen in algemeenertrein
zyn, naar mate het verftand der leer
lingen door de wiskundige beginfelen
verbeterd en befchaafd is: "dewyi de-
ze verbetering en befchaving zelve
den mensch tot het beoefenen dier
wetenfchappen gelchikter maakt":
zoo geven wyvervolgensals een
middel op ter algemeenermaking der
wiskundige wetenfchappeneen naau-
keuriger zorg en vlyt der onderwyzerenf
om bun onderwys dermate in te richten
dat het verftand der leerlingendoor de
beoefening der wiskundige wetenfcbap
penverbeterd worde.
Dit zoo zyndevinden wy het van
een uitftekend belang, om den besten
weg op te fporenten einde het onder
wys in die wetenfchappen tot dat groote
doeleinde in te richten: en de mid
delen, welken wy, naar mate zy voor
komen (als verfchillende) gelchikt zul
len opgeven, om het onderwys in de
wiskundige beginfelen tot befchaving
van het verftand te doen veritrekken
als