OVER DE WIS- NAT. EN TEEKENK. 99 Dezen behooren te zyn de fyntheti- fche demonflratien der ouden: daar zy, zoowel om het verftand (buiten de •wiskunst) in redenkundige onderzoe ken te fcherpenals om hetzelve ge- maklyk heen te voeren door de leer- ftellingen der zuivere logica: meer ge- fchikt zyn, dan de analytifche betogen der hedendaagfchenwelken, hoe voortreflyk en vernuftig uitgedacht, nimmer, ten koste der Jynthetifche de- mon/lratienbehoorden te worden in gevoerd. Een werktuigkundig en voorbeeld- lyk betoog geeft zulk eene klaar-, blyklykheid aan de waarheiddat men hetzelve, met het grootlle nut, kan vooraf zendendoor dit mid del gefchiedt de beste overgang der werkfaamheden van den geest, in den eerflen trap van kennistot dien van den tweeden: welke door eene regel matige redenering word uitgeoefend: het regelmatige gebruik nu der re de, vooronderftelt de voorafgaande werkfaamheden van den eerften trap van kennisnamelyk kennisneming en beoordeeling, met derzelver on- derhoorige werkfaamheden: en dezen G 2 b§.-.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 225