VOORBERICHT, xxi
Het Genootfchap ziet, met verlangenvóór den
3. Januari 1792. Verhandelingen te gemoet, op de
vragen;.
A. Hoe is de aardrykskundige gefleldheid van zer-
land {voornamelyk ook met betrekking tot de rivie
ren en flroomengeweestvan de oudfle tyden.dat
hetzelve bekend is geraakttot aan het begin der
Gr a a fly ke regering? Welke veranderingen zyn in.de-
zeiven voorgevallen 1 federt datlaatfle ty'dperktot
aan. het einde der veertiende eeu Is naderhand die
gefleldheid. dezelfde geblevenof heeft zy ook merker
lyke, ver an der. in gen ondergaan Zoo ja! welke wa
-ren dezen?
Ij. permits de gefchieden'ts der rhetoryrErs
binnen de Provincie, van zeeland, niet zeer be
kend is; en dezelven nochtans -vermoedelyk invloed
gehadhebben op de gebeurtenisfen van vroegere iy-
denvraagt men een gefchiedkundig ver flag, van den
oorfprong de verrichtingen en lotgeyallen der on
derfcjieidene Rhetorykers binnen gemelde Provincie.
C. Welke F abriken zoudenin aanmerking geno
men wordende de natuur lyke gefleldheid en ligging
der Provincie van zeeland, in der zeiver onderfchsi-
dene gedeelten met goede en zekere vooruitzichten
nog kunnen ondernomen worden? Men vordertdat
Opzettelyk gehandeld worde over zulke fabriken, die
zoowel in de fledenals ten platten lande kwjnen
uitgeoefend, wordenen dat men al de opgegevem
**3 tak-