ï2o a. van solingen, antwoord
ftrengheid der betogen, veelal onvol
doende [c].
II. Hierdoor zouden altans by
voorraad, aan de fchoolhouders en
andere onderwyzers die kundigheden
onder het oog gebracht wordenwaar
mede hun verhand behoorde verrykt
te zyneer zy met recht aanfpraak
gouden kunnen maken op den naam
van
IV] Ik kan niet afzynom ter dezer plaats met lof
gewag te maken Van hét verdiënstlyke werk van a. b.
strabbe, tot titel voerende: Eerfte beginfeïen ren
de arithmetica &f rekenkunstuitgekomen, nadat
.over vier,}aren deze Verhandeling (welker hcoordce-
ling, wegens de publike omilandighedenis uïtge»
•Held) door my was ingeleverd. Dit werk vervat in
zich een volledig famenftel eencr redenkunmgb
rekenkunstwaarin niet alleen de natuur en eigen-
fc happen der getallen verklaard, en de genoègfame
redenen der rekenkundige bewerkingen, door bon
dige en aaneengeschakelde fluitreöenen worden
voorgedcldmaar het gene daar en boven verrykt is
met eene aanzieulyke meenigte voorbeeldenreden-
kundige verkortingen en toepastfngen der rekenkun
dige bewerkingen op de gemeenzame Samenleving:
vom alle welke verdienden het te wenfehen ware,
dat elk onderwyzer. dit werk in handen hadde, zoo
wel tot uit den weg ruiming van alle werktuiglyke
rekenmeesters, als ter bevordering van het gezon
de verftand in het algemeen, en van de arithme
tical in het byzonder. Doch daar niet zoo zeer de
bevordering van de arithmetica in het byzonder, als
wel het meer in trein brengen der wiskundige weten-
fchappen in het algemeen, tot ons eigenlyk doelwit
behoort j waartoenaar ons inzien 5 het gewennen