OVER DE WIS- NAT. EN TEEKENK. 121 van kundigen in de rekenkunde, en gefchikt om dezelve te onderwyzen men moet zich verwonderenen tevens beklagen, dat de meeste leer meesters zelven naaulyks eenig ander denkbeeld hebbendan alleen van het werktuiglyke gedeelte der reken kunde: terwyl zy, hunne kweeklingen daarin onderwezen hebbende, dezel- H 5 ven der jeugd aan een' wiskundigen leertrant meest be- vorderlyk iszoo hebben tvy onze voordracht eener leerftellige rekenkunde op eene andere leest moeten fclioeijendaarom ftel ik voor een fchema van wiskundige rekenkundewaarin alle de rekenkundi ge bewerkingen volgens een' wiskundigen leertrant, (met aanwyzing der gegevenen of vooronder/lelden) voorgefteldbewerktbeproefdbewezenen alle de daaruit voortkomende gevolgen behooren te worden afgeleidt. Zeer gemaklyk zoudenlangs dezen wis kundigen leertrantkunnen worden voorgefteld de gvondbeginfelen der rekenkunde van dienzelfden Heer strabbe door. hemin een vroeger werktot titel voerende Inleiding tot de mathematifebe weten- [chappen: in het jaar 1770 uitgegeven: waarin de adaitien, fubtractienmultiplicatienen divifien, der geheele, gebroltene, en deciimtilspistllzn, zoo wel als de vierkants- en taeriingsworteltrekldngett v/orden voorgefteld, uitgewerkt, en bewezen. Óns volgend fchema zal, zoo ik my niet bedrieg, aan- toonen, hoe de gantfche arithmetics in het alge meen en alle de koopmansrekeningenieder in het byzonder, op een' wiskundigen leertrant behan deld cnhoe uitgebreidt en meenigvuldig dezelven ook wezen mogen, tot een zeer gering getal vai? wiskundige roorfielkn kunnen herleidt worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 247