120 a. van solingen, antwoord velen zal doen belust zynom de hoogere wiskundige wetenschappen, en in het byzonder de natuurkunde (om nu alleen daarvan te fpreken), zoo te beoefenen, dat derzeiver wetten niet louter gefchiedkundig gekend, en niet alleen de redenen van dezelve ver klaard worden maar ookdat het voornaamfte isen 't gene het eigen- lyke kenmerk der natuurkunde uit maakt dat almede derzeiver hoe grootheden wiskundig bepaald en be toogd worden. Geen weg konde 'er, myn's bedun kens bedacht worden, om ook beter te voldoen aan dat gedeelte der vraag, het welke de gefchiktfte middelen voor minvermogenden vordert. Alle jon gelingen gaan ten minden fchool: hoeveel meer kundige werklieden ftaan wy te wachten, zoo zy alvroeg der wiskundige wetenfchappen als in- geleidtby het oefenen van hun be roep gelegenheid zullen hebben, om hunnen fmaak te voldo en? en fchoon wy boven reeds gezien hebben dat tot inftandhouding van de orde der maat- fchappyhet grootfte gedeelte ge- Ichikt is om te werkenzoo hebben wy

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 256