OVER DE WIS- NAT. EN TEEKENK. 137 aangewezen te wordenhoe dezelven moeten worden opgezet. Hoe na- ipenlyk, de negen getalmerken door- geioopen zynde,het eerfte getal, dat 'er ontbreektde tien isdat men derhal- ven om het tienvoudige van de een heid te hebben, wederom van voren af begint, met 1. en achter dezelve eene 0. om dus het tweevoud dezes te heb ben 20. het negenvoud 90 dat dart weer tien tienden, dat is honderd, 't eerst ontbreekt: waarom men zich van eene tweede nul bedient, 100. waar van het tweevoud 200. is, enz. Zoo klimt men gedurig op, door het by- voegen van eene o. voor elk tienvoud: tienmaal honderd duizend noemt men een millioen10,00,000. zoo druk ken zeven getalmerken een millioen uit. Die eerst 10. dan 100. 1000. 10,000. 100,000. en eindelyk tienmaal honderd duizendmaal (10,00,000) ge nomen, alsdan een billioen heeten: met zes nullen derhalven vermeerderdzal hetdertiende getalmerk(van derechter- naar de linkerhand geteld) een billioen zyn: 'tgene wederom een millioen- maalgenomen, een trillioen maaktdat door het negentiende getalmerk w*rd I 5 hit-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 263