OVER DE WIS- NAT. EN TEEKENK. 143
1= VRAAGSTUK.
Getallen, welker eenheden de-
zelfde waarde hebben, by elkanf-
deren te voegen, of te adderen
In de uitbreiding dezer fchets zal
men de wys, waarop de additie be
hoort te gefchieden beredenerend
opgeven, en met getalmerken uitvoe
ren; daarna de proef nemen, door de
optelling van boven naar beneden: de
demon [Ir at ie kan wyders op de volgen
de manier worden uitgedrukt.
DEMONSTRATIE
Dat alle de eenheden in de fom
zyn opgefloten, blykt van zelvede-
wyl men ze allen geteld heeft, zonder
eene daarvan over te Haan.
Dat de telling goed verricht zy, blykt
daaruit: dat men aan derzelver wet
ten voldaan heeft, door de rangen
onder eikanderen te houden; en de
tienen van eiken rangin den naast-
linkfchen rang over te brengen.
Dat eindelyk de fom van het ge
heel alle de eenheden uitdrukkeblykt
uit het algemeen aangenomen en vast»
ftaand