over de wis- nat. en teekenk. 147
ie geval. Het multiplicandütn en da
tnultiplicator beltaan eik maar uit één
getalmerk.
Men geeft de manter op, naar welke
de fom word opgezet: en men toont,
dat hier niets anders te doen zoude val
len, dan het bovenfte zoo dikmalen
by zichzelve te adderen, als 'er een
heden in den tnultiplicator zyndoch
dat men, ter bekorting, door middel
van zulk eene additieeene tafelhebbe
opgeheld, waarin alle de mogelyke ge
vallen zyn voorgelteldwaarin twee ge
tallen met elkander vermeenigvuldigd
worden: zoodat men in dit geval niets
te doen hebbe, dan zich van die tafel,
bevorens in het geheugen geprent,
te bedienen: terwyl de proef en de-
monjlratie, en derhalve het gantfch®
betoogop gemelde additie berust.
2c geval. Een van beide de ge
tallen beftaat uit één getalmerk, en het
andere uit meer dan één getalmerk.
De conftructie opgegeven en uitge
voerd zynde, met in achtneming van
de overbrenging der rangen, zoo het
product meer dan negen is: blyft de
proef, in dit en in alle de volgende
K .2 ge: