OVER DE WIS- NAT. EN TEEKENK. 155
gen, waarlyk dezelfde getallen zyn:
op de waarheid van welke tbeorema-
ta de mogelykheid berust van breu
ken te verkleinen: welke bewerking
in kleine breuken zeer gemaklyk ge-
fchiedt, om dat men welhaast een getal
vindt, dat beiden noemer en teller ge-
lyklyk deelt: maar deze bewerking
gefchiedt niet zoo oogenbliklyk en ge
maklyk, wanneer de breuk groot is
en dewyl hetevenwelin de rekenkunde
van een uitftekend gewicht is om breu
ken zoo veel mogelyk te verkleinen,
naardien men alsdan zoo veel minder
getalmerken met eikanderen behoeft te
vergelykenzoo is het van belangdat
men een' algemeenen regel hebbe uit
gedacht, om den gemeenenen wel den
grootftendeeler van teller en noemer
te vinden.
V? VRAAGSTUK.
Den grootften deeler te vinden;
5, die aan twee getallen gemeen is
Deel het grootere getal door het klei
nere: en, zoo 'er iets overfchiet, deel
daardoor den voorgaanden deelerwe
derom iets overfchietendedeel altoos
door