158 A. VAN SOLINGEN, ANTWOORD gedeeld worden) eene doorgaande kunstbewerking uitgedacht heeft, wel ke beltaat in het vinden van alle de mooglyke deelers van een getal. Wan- neer men dan alle de mooglyke dee lers van het grootlle gevonden heeft en het kleinlte getal dier breuk onder alle die mooglyke deelers niet gevon den worddan is de breuk niet ver klein- Offchoon men, door middel der bewerking in de oplosfing van dit vraagstuk voorgefteldalle dê mooglyke deelers van een getal vinden kanzonde echter de groote moeitedie door verfcheidemalen her haalde deelingert van een getal verwekt wordmer- Itelyk verminderen, indien de rekenkundigën voorzien waren van tafelen der primgetallen, die op zulk eene manier behoorden te zyn toebereidtals tot nog toe door niemand in 't licht gegeven is. Daar het namenlyk een vry lastig en vervélend werk isom (voor zeer groote getallen van eenige duizenden) doof toetfen en zoeken op te fporenof een gegeven ge tal een prim- dan wel een faamgefteld getal zy? en zoo liet faamgefteld is, welke deszelfs eer (Ie deelers zyn? (welke vraag nochtans, in de rekenkunde, zeer dikwyls voorkomtzoo hebben fommigen zich onledig gehoudenom hiertoe opzctlyk tafels te be reiden. TfioM. urancker heeft, achter zyne Engel- fche vertaling der Algebra van rhonius gedrukt te Londen 166S. in 40. zoodanige tafels geplaatst: doch, behalven dat hy van de iaamgeftelde getallen alleen de kleinfte deelersen niet tevens de grootften aangewezen hebbe, is het gebruik dier tafelen moei- lylc, wegens de druk- en rekenkundige feilen, die in vry groot aantal daarin gevonden worden. Doot

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 284