170 A. van solingen, Antwoord
videren: maar de waarde van eene
breuk verandert niet, wanneer men
beiden teller en noemer door 't zelfde
getal multipliceert of divtdêertderhal
ve is de breuk regelmatig tot eene
decimale breuk overgebracht.
Wanneer de noemer, gedeeld in
den vermeenigvuldigden teller, niet op
gaat, zoo voegt men zoo lang zoo
vele nullen by den teller, tot dat het
Qverfchot gering genoeg is om ver
waarloost te kunnen worden: waar
uit blyktdat hoe uitgeftrekter men
'eene decimale breuk neemt, hoenaauw-
keuriger men deszelfs gelykheid aan
eene gemcene breuk verkryge.
Dewyl in de decimalen elke linkfche
cyfertienmaal meer waarde heeft,
dan de vorige rechtfche, zoowel als
de geheelen die door eene flip van de
breuken zyn afgefcheidenzoo blykt
het, dat derZelver bewerking in additie
en fubtractie volftrekt dezelfde is als
in geheeld getallen; zonder zelfs eeni-
ge acht te geven op de flip, die de
geheelen van de breuken affcheidt:
suids men zorg drage Om dezelve in
de fom, of in het overfchot, onder
de flippen te plaatfen, welken zich in