172 A. VAN SOLINGEN, ANTWOORD
aanmerkt, zoo word het getal (als ge
heel befchoud) tienmaal grooter dan
het waarlyk iszoo ook de multiplied'
tor;-- en wanneer men een getal, dat
tienmaal te groot is, met een ander
vermeenigvuldigt, dat ook tienmaal te
groot iszoo krygt men een product
dat honderdmaal te groot is. Men
moet dit product dan honderdmaal ver
kleinen, 't gene gefchiedt door mid
del van de afperking, die de twee
voorfte getalmerken tot geheelen
maakt: maar elk getalmerk, dat in
het multiplicandum, of in den multiplied-
tormeer voor de afperking ftaat, ver
meerdert de waarde van zyn getal nog
eens tienmaal; het product derhalve
moet dan ook alwederom die verklei
ning ondergaan: waaruit blykt, dat
men van het product zoo vele getalmer
ken moet affnydenals 'er, beiden in het
multiplicandum en in den multiplicator
afgeperkte getalmerken van geheelen
zyn: en dezelfde reden waar zynde,
wanneer hiertoe in het product geen
genoegfame meenigte van getalmerken
voorhanden is, zoo moet men zoo
yele nullen vooraf zetten, gjs 'er ge
tal;