over de wis- nat. en teekenk. tjf mand der lateren, zoo verre ik weet*' hierin is naargevolgd: 3? de eigenfchappen der wortel- tallen,; derzelver verkorte uittrekkin gen, die fomtyds mooglyk zyn; die der breukenen de verfchillende proe ven die op de bewerkingen te nemen zyn. Deze allen zyn zoo vele rechtmati ge gevolgenwelken de natuur der ge tallen van hoogere machtenop eene eenvoudige en zeer gemaklyke wysaan het verhand brengen. Tot dus ver zyn de vier regels der Rekenkunde alleen toegepast op de ver- gelyking der getallen met de eenheid.' Eer wy nu tot de vergelyking van meer getallen met eikanderen over gaan; waartoe men met de leer der even» redigen zal behooren te beginnen: merk ik eerst aan: dat, uit de 13. gemelde vraagftukkenmeenigvuldige eigen fchappen der getallen kunnen worden afgeleidt. Het getal 9. munt hierin bo ven alle andere getallen uit. In hec Hoofdftuk over de omgekeerde telling van gemelden de graaf (dien men niet; dikwyls genoeg kan aanhalen) wor den veie eigenfchappen afgeleidt Sr. deel M wel-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 303