178 A. VAN SOLINGEN, ANTWOORD welken (te gelyk met de gevolgen, die hy uit de vier regels voorftelt,) in ze kere, meer regelmatigeen verftaanba* re orde g.efchikt, als gevolgen kunnen wordenvoorgefteld: welken, gegrondt op de 13. gemelde vraagftukkende gantfche natuur der rekenkundeop de vergelyking van twee getallen met' elkander toegepast, in een helder dag licht hellenen den leerlingen het be grip, en de bewerkingvan hoogere ge- cleeltens der rekenkunde zeer gemaklyk maken. Na deze vier regels, door etlykc voorbeelden, op de oefening der fpe- ciën en de redactie der getallenen op de ffli/arekeningte hebben toege past: kan men veilig overgaan tot het leerftuk over de rede der getallen waarin de denkbeelden der aritbmeti- fche engeometrijcberede; derzeiver pro- gretjienen de benamingen der voor gaande en volgende termen uitgedrukt, met voorbeelden opgehelderd, en zelfs op voorafgaande kundigheden toege past worden: hoe by voorbeeld hef. verkleinen der gebrokens op de eigen- fchappen der geometrifche redeberuste; enz. Hierop volgt het leerftuk der pre-,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 304