212 F» MULLER, ANTWOORD OVER tante penningen voor een' zekeren tyd kunnen geriefd worden. Hoezeer men in Amsterdam mee- nigvuldige gelegenheid heeft, om op koopmanfchappen, zoo wel als op vas te goederen, geld a depojito te kunnen krygen, uithoofde van de veelvuldi ge rentenierswelken van dagelykfche geldbelegging hun werk maken, en daarvoor altoos contanten los houden: zoude het nochtans gebeuren, en is dadelyk ook wel eens gebeurd, dat door ongunftige naarrichten van buiten lands, en het daaruit gevolgdsmiscrc dit van eenige aanzienlyke kooplieden- der amsterdamsche beurs, ieder rentenier zyne kas floot: in welkeom- ftandigheden vele, anders zeer folick kooplieden, in groote ongelegenheid geraakten. Van daar, dat men te Am sterdam, in het noodlottigejaar 1772. begon te denken om het oprichten van eene beleening kamer, welke on der het opzicht van Heeren Burge» meesteren door eenige aanzienlyke kooplieden, in qmliteit van Directeu renbellierd word; en thans reeds tot eene tamelyke hoogte van vol maaktheid gebracht is: tot groot ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 338