de beleeningen op goederen. 213 rief van vele brave en naarftige koop lieden. Door bovenftaande redenering mee- nen wy klaar genoeg getoond te heb ben, dat de gewone particuliere belee ningen voor de commercie niet toerei kende zynimmers niet voldoende aan het voorftel en het oogmerk der IV; aar [chappy, Derhalve zullen wy zoodanige middelen dienen op te ge ven welken meer algemeenen ten allen tyde werkfaam kunnen wezen, ten nutte van alle naarflige en eert lyke ondernemers. Om dan in de beantwoording eene geregelde orde te houden: zullen wy, in onze bewerkinghandelen I. Over het fonds van gereede pen ningen waaruit de beleeningen zouden moeten gefchieden II. Over de verfchillende panden, waarop men geld a depojtto zoude willen opnemen: III. Over de middelenwelken by de geldfchieting dienen waarge nomen te worden, om op de zekere herkryging van hoofd fout en interesfenop verfchil- O 3 lei>

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 339