SI4 J- F. MULLER, ANTWOORD OVER
lende termynen, te kunnen re
kenen.
I. AFDEELING.
Over het fonds van gereede penningen
waaruit de beleeningen zouden moe
ten gefchic den.
Alvorens wy over de middelen
van het fonds zelve handelen, zul
len wy nog kortelyk overwegen
in hoe verre de vermeerdering van
handel aan een land voordeelig kan
zyn? De uitbreiding van commercie
en fcheepvaart, is niet altoos het ge
volg van welvaartten zy natuurlyke
oorzaken hiertoe aanleiding geven. De
fcheepvaart van engeland is thans,
naar evenredigheid van deszelfs com
mercie veel te groot: dus moeten de
ingezetenen de fchade, die de over
tollige fchepen aanbrengen, dragen;
terwyi de Nederlanders, met hunne
uitgebreide fcheepvaart, op vracht va
ren en daardoor minder nadeel ly-
den.
Kunstgrepen van een ftaatkundig be
llier, en naaryver van fomroige jonge
koop