228 J. F. MULLER, ANTWOORD OVER
aan dat amt zekere achting gehecht
word. Immers zyn 'er geene fterke-
re dryfveren, diedenmensch totgroo-
te of moeilyke zaken aanzetten, dan
voordeel en glorie.
De Commisfarisfen behooren aanfpre-
kelyk gemaakt te worden voor de ge-
houdene directie: en wanneer zy die,
als eerlyke lieden, kunnen verantwoor
den, komt de onverhoopte fchade
voor rekening van 't gantfche fonds,
en niet voor her. in liet particulier:
maar, als zy op goederen meer gefcho-
ten hebben, dan de gemaakte ordon
nantie medebrengtzoude ik van oor
deel wezen, dat zy niet Hechts het te
veel verftrekte, maar zelfs de helft van
de te lydene fchade behoorden te dra
gen: dewyl zy daardoor aanleiding
zouden hebben kunnen gevendat de
geld opnemer in de mogelykheid ge
field werd, om trouweloos te handelen,
Misfchien is het tegenwoordige
fonds der bank van middelburg wel
toereikende, dat eene nieuwe negotie-
tie voor de beleening kamer onnoodig
zoude wezenindien gemelde bank zich
met de directiein eenbyzonder depar
tement mocht gelieven te belasten;
en