232 j. f. muller, antwoord over by de uitloting na vyf jaren, niet zeer groot, en dus ook weinig an me rend ter deelneming zoude wezen. JVlaar dit is ook Hechts eene moogly- ke, doch geene waarfchynlykezwa righeid. Dan laten wy, om dit gebrek voor te komen, het eerlle plan met een tweede adjocïèrenom die beiden'ver- eenigd te doen werken; ten ininfle zoo lang de tegenwoordige fchaars- heid van penningen in ons Land plaats beeften het vooruitzicht van voor deel zal veel grooter wezen Doch dit kan nietdan door eene directe me dewerking van hun edel mog. de Heeren Staten van zeelan d gefchieden. Indien welgemelde Heeren Staten tot het oprichten van zoodanige belee- »h;gkamer dadelyk mochten gedispo neerd wezen, zonder het onzekere tydpuntte willen afwachten, waarin de ruimte van contanten wederom algemee- ner onder de ingezetenen verfpreidt zal zyn dan zoude misfchien het vol gende plan van goed fticces kunnen we- Zen, zonder dat hoofdfomen inter es/en .daarby in 't minste te lyden hebben. Ik heb gezegd: als men by calcu- la~

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 358