xxxiv VOORBERICHT. twyfcl ik echter niet, Myne Heeren! of Gylieden zult my gereedelyk toeïlemmen, dat aan ons ge nootschap/» 't algemeenen dit ons departement in 't byzonderin een' zeer geruimen tydjalaat my liever zeggenfcdert derzclvcr erectiegeen ge voeliger en treffender flag is toegebrachtdan door den nu onlangs voorgevallen' dood van den zeer waar- digen en ltuudigen Directeur van dit Genootjchap en Hoofil van dit Departementden HoogEdelen Heer van de perre de -NieuWérvedienog in den bloei zyner jaren als hebbende maar even den ouderdom van 51. jaren bereikten dus op een' tyd, dat hy, naar den mensch gefproken, nog zeer lang tot nut en voordeel van dit Genootfohapen de be vordering van kuilften en wetenfehappenhad kun nen werkfaam zyn uit hét midden van ons voor al toos is weggenomen Een verliesMyne Heeren 1 'r gene vvaarlyk in allen opzichte, en van wat zyde men het zelve bcfchouwe, met het hoogflc recht allertieffendst mag genoemd worden: en waarover ik niet kan nalaten deze Provinciedeze Stad, dit ons Genootjchapen Departementja ons allen van gant- fclier harte te condoièren. Immerswanneer ik in aanmerking neem de onderfchcidene betrekkingen, welken die waardige Man tot alle deze objecten had Wanneer ik overweeg den ongemeenen yveren de oplettendheid, waarmede hy al derzelver belangen itceds behartigde; wanneer wy hem ons voorlieden als een' mandie het Hoofd was van eene der eer- Ile, aanzienlykfteen ryfclté familien in oris Land, die

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 36