0.66 S, A. DE MORAAZ, ANTWOORD
aan Hippocrates en galenus reeds
bekend awaren? en wanneer en
vanwaar hun eerde befmetfel oor-
fpronklyk zy? van dit alles weet
men met zekerheid byna niets te bepa
len ja zelfs is de byzondere aarden
wyze van werken, van dit gif of be
fmetfel tot heden toe zoo bedekt en
verborgen gebleven dat de beroemd-
He geneesheeren zich niet fchamen
epenlyk te bekennen, daarvan weinig
of liever niets te weten. De groote
camper zegt: men kent de pokjlof niet!
eene kennis echterdie veel licht
zoude byzetten in een onderzoek:
waartoe het Edele Zeeuwfche genoot
schap, door rnenschlievendhcid aange
vuurd, ons thans uitnoodigt: wat de
reden zy, dat ds kinderpakjesop onder-
fcheidene tyden en plaatfenfomtyds onver-
wacht zich openbaren, en zeer geweldig
woeden terwyl anderen, zelfs in de na-
buurfchapdaarvan op denzelfden tyd ge°
heel bevrydt zyn?
Dan
frö] Zydie belang (tellen in dit twistgedingkun
nen hierover 'breedvoerig naarzien j. c. de iiahjj,
tie Variol. antiguit. en den zoozeer van hem ver»
fctiillenden p. g. werlhof in tract, de Karin!. 'S
dnthrac. Cap. 2. pag. sa. ei feqq.