'272 s. A. DE MORAAZ, ANTWOORD
te grenspalen nog onbekendzynvait
alle kanten omringt; maar die zelfs
ook, zoo wel in de vloeibare als vaste
lichamen, naauwlyks één uitgezon
derd, fchuilt, en ingemengd is: en die
zoo noodzakelyk voor 't beftaan van
alle wezens bevonden word, dat men»
fchen en dieren, zoo wel als de plan
ten, fterven; het vuur uitdooft; en het
water bederft; wanneer zy van deze
lucht 'beroofd worden, boerhaave
noemt haar daarom het algemeene,
't noodzakelykeen het allerkrachtigfte
werktuigwaarvan de natuurbyna in
alle de werken die zy verricht, ge
bruik maakt: zoo dat hetmoeilykzou
de zyn, om eene eenige bekende wer
king der natuur op te noemen, die
zonder de lucht of geheel buiten de
zelve gefchiedt. Dan deze enkelvoudi
ge en gelykflachtige hoofdftof moet
men wél onderfcheiden van de gem ee
ne dampkringslucht: waarvan zy wel
een voornaam gedeelteen zelfs den
grondfleun, doch niet het geheeluit»
maakt: naardien deze, bovendien,
nog beftaat uit een oneindig getal van
anaerflachtige, zoo wel veerkrachti-
aJs veerkrachtelooze lichaamtjesdie
on;