ÖVÈR i>È KINBEKPÖkjES. i"Jg- Here vettigheden dringt zy liieÉ door. Wanneer de dichtheid der lucht zeer veel van hare tegen woordige gefteldheid verfchilde, zou- 'deizekerlyk de grootfte wanorde in het ryk "der natuur onrfiaan moe ten: want, was de lucht veel fyneri j zy zoude de dampen en uitwasemin gen niet kunnen opheffen; en zoude voor de vogelen en andere infecteti onbewoonbaar zynook zoude on ze ademhaling veel möeilyker val len Hem en geluid zouden derzelver, klank misfende zwaarfte ftörmwin- den zouden vereischt wordenom de fchepen voort te dryven, en de windmolens te bewegen: en nog meer andere ongeregeldheden zou den daaruit geboren worden. Dé geleerden, die op het zwitsersche gebergte proeven namen, bevonden -de lucht, 7223 voeten boven het GE-' neefscHE meir, zoo dun en fyn, dat zy zonder een hevig en gelladig aanblazen geene vlam konden hou den. Was zy daartegen merkelyk grover en dikkerde gevolgen daar van zouden niet minder nadeelig ïyn; elke wind hoe zacht ook, zou- S 2 d«

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 401