OVER DE KINDERPOKJÊS. 289 heid is en blyft altoos dezelfde ook kan de veerkracht zoo wel in vaste als in vloeibare lichamen voort gebracht, verminderd, ofte niet ge daan worden; maar die der lucht blyft behendig, en verzwakt nooit iets, al is een windroer jaren lang daarmede beladen. Deze veerkracht der lucht nu heeft hare bepaalde en behendige reden: zy is, als de dicht heid der lucht: zoo dat de uitge breidheid, die de lucht behaat, in de omgekeerde reden is met het ge wicht, dat haar drukt. Doch deze regel gaat alleen maar door tot eene zekere uitgehrektheid der lucht: want (volgens de waarneming van mus- schenbroek) als deze viermaal klei ner is, biedt de lucht meerder' weder- hand; en vordert, om zich dichter in te krimpen, een zwaarder gewicht dan de regel opgeeft: die daarom, juist befchouwd, op geen' eenen graad van uitbreiding der lucht volkomen naauw- keurig zyn kan. Ook kan men niet juist bepalen, tot welk eene kleine of groote uitgehrektheid de lucht zich kunne inkrimpen of uitzetten Alleen weet men uit ruwe proeven, dat xv. deelT die

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 415