290 S. A. DE MORAAZ, ANTWOORD die tusfchenruimte verbazend groot is, en dat de uitgebreidheid der lucht verfcheide duizend malen in grootte verfchillen kan. Door het vuur word de lucht uitgezet en dun- ner, en doet door deze uitzetting het zelfde, als of hare veerkracht vermeerderd werd: daartegen krimpt zy door de koude in eenniet an ders, dan of zy een gedeelte van hare veerkracht verloren had. Zoo danig eene veerkracht nu is voor de lucht eene allernuttigfte eigen- fchap: zy doet het geluid en de licht- ftralen fuel door pas/eren, en de dampen en uitwafemingen gemakke- lyk opklimmen; zy verfchaft den vo gelen eene vrye en vaardige vlucht, en ons eenen onbelemmerden door gang en beweging; zy doet ons ruim ademhalen, en maakt de per- fing op ons lichaam van alle kanten dezelfde, waardoor zy te weeg- brengt, dat wy naauwlyks gewaar worden het verbazende gewicht van luchtdat fteeds op ons lichaam drukt; en eindelyk zy maakt de lucht gefchikt, om door de kleinfte openingen van ons lichaam tot in de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 416