292 S. A. DE MORAAZANTWOORD
dendedoor de buis omgevoerd, zon
der dat het veertje de buis kan aan
raken, voor en aleer eenig ander
lichaam, hetwelke niet brandfteen-
krachtig is, by het veertje gebracht
zy: wanneer hetzelve aanftonds we
der naar de buis getrokken, en ook
op nieuw wederom weggedreven
word. Dan deze proef gaat niet
door, als het weder vochtig iseen
zeker bewys, dat de waterdampen
brandfleenkrachteloos en veeleer ge-
leiders zyn, die het veertje van hare
brandfteenkracht, die zy van de buis
verkregen had, berooven; en hier
door te weeg brengen, dat het op
nieuw wederom door de buis word
aangetrokken, of fomtyds geheel
krachteloos op den grond nedervalt.
Eindelyk is de lucht eene beften-
dig blyvende vloeiftof: om dat zy
hare vloeibaarheid nooit verliest, al
is zy jaren lang in eene zeer dicht
geflotene fles bewaardof al word
zy door de fterklte perfing verdikt,
en aan de grootfte koude, die de
natuur of kunst opgeeft, blootge-
fteïd.
Tot welke hoogte de lucht zich
bo;