?94 8, A. DE MOBAAZ, ANTWOORD Nog voegde ik by myne bepa ling van de lucht, dat zy voor het be ft aan van alle ondermaanfche wezens zoo gefchikt en noodzakelyk is, dat zon der dezelve geen dier noch plant voortgebracht worde, leve, noch groeije; zelfs zullen geene eijeren in het luchtledige uitkomen. Proeven met de luchtpomp bevestigen om trent de dieren, dat zy in het lucht ledige ftervenindien niet fchielyk lucht daarby bygelaten wordede visfchen en andere waterdieren niet uitgezon derd: danzy, die zoowel in het water als op het land levengelyk de kik- vorfchenwaterhagedisfenen meer anderenkunnen het veel langer uit houden in eenelucht, welke door uit pomping van den ©ntfanger zeer mer- kelyk verdund is en het fchynt zelfs, in het begin der proefneming, als of hep zulks in het minste niet benadeel de vliegen en eenige andere inject en kunnen verfcheidene dagen in dit zoo genaamde luchtledige leven doch ra ken buiten ftaat om te vliegenen ver liezen ook eindelyk hun leven. Som migen willen, dat het zaad der plan- tgn^ befproeid en gebroeid in de aar-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 420