OVER DE KINDERPOKJES. 297 dhs is ook van andere natuurkenners door proeven bevestigd, en omhelsd. Dat het vuur in het luchtledige uit dove, zoo als ik ook in myne bepa ling zeide: ondervindt men duidelyk, wanneer eene gloeijende kool met een yzerdraad in een ontvangglas opge hangen en de lucht daaruitgepompt word: ook gaat dan eene branden de kaarsonder een hoog ontvangglas ftaande, zeer fchielyk uit. Eindelykdat het water zonder toe voer van lucht bederveondervindt de zeeman op lange reizen, wanneer by het water in dichtbeflotene vaten in lang. geene lucht komt: hetzelve be derft; word Hinkenden onbruikbaar en hy weet geen beter middel om het eenigszins te verbeteren en drinkbaar te makendan het in groote fteenen kruiken af te tappenen een' tyd lang aan de vrye lucht bloot te hellen. Zulk eene fyne en zuivere lucht,' als ik eerst bepaald, en vervolgens in alle deszelfs eigenfchappen nader om- fchreven heb, is nooit de damp kringslucht: de beste en zuiverfte is nog altyd min of meer met vreemde licfiaamtj.es befmet bevonden. De ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 423