302 s. a. de moraaz, antwoord
zondheid zoo nadeelig, en te vermy-
den zyn: immers behalve de be»
fmetfelen en nadeeiige uitvloeifelen
die de waterdampen veeltyds met zich
voerenzyn zy op zich zelven be-
fchouwd voor onze lichamen zeer na
deelig bevonden: want, zichtusfchen
onze vaste deelenindringende, verflap-
pen zy de vezelenen, omdat de
lucht, vochtig zynde, niet zoo gemak-
kelyk de uitwafemende vochten naar
zich neemt, beletten zy de ongevoeli
ge uitwafeming; en doen zoowel wa
terzucht, als flymziektenen meer an
deren, geboren worden: ook zyn zy
minder veerkrachtig dan eene zuivere
lucht, waardoor de ademhaling moeily-
ker, en grootelyks belemmerd word:
maar vooral benadeelen zy ook onze ge
zondheid, door de lucht te berooven
van die elektrikale gelteldheid, welke
ons lichaam en geest beiden verleven
digt. Vandaar, dat de geest der Engel-
Jcbe natie in tegenftelling van die ha-
rer naburen, meer tot fomberheiddan
vroolykheid geneigd iszoo dat zy
zelfs tot vele uitfporighedenzelf
moord niet uitgezonderd, vervalt;
naardien eenige wintermaanden in en
gs;