304 S. A. DE MÓRAAZ ANTWOORD
ven den regen, die de lucht van alle
onreinheid zuivert en de aarde
vruchtbaar maaktdoor de zouten en
oliën, die hy uit de lucht aan het
aardryk mededeelt. Ook zyn zy, in
koudere landenvoor het plantenryk
byzonder voordeelig: naardien zy het
lüchtsgeftel zeer verzachten en ver
warmen. Vandaar, dat koudere lan
den, die aan zee liggen, veel warmer
en vruchtbaarder zyn, dan anderen,
welken dieper landwaards inliggen.
Aan de westelyke en benedenfte dee-
len van italie is de zeelucht zoo by
zonder warm dat de orangeboomen
aan den oever zoete vruchten voort
brengen die anders in het land zuur
blyven: en dat de rozengaarden van
pastum tweemaal 'sjaars bloeijen.
Engeland ligt meer noordelyk dan
duitschland: echter is de winter
ai-
r, De proeven van priestlev en anderen toonen
aan, dat de lucht, wélke reeds voor de ademhaling,
en tot onderhoud van 't vuuronbekwaam was ge
worden, wederom gezuiverd, en op nieuw daartoe
bekwaam gemaakt word; wanneer men dezelve met
water in eene flesch door elkander l'chudtnemende het
water, alsdan, zoo niet alle, nochtans de meeste
vreemde deelenwelken met de lucht vermengd wa
ren naar zich. Vandaardat men de lucht zuiverer
en gezonder op zee, dan op 't land, bevindt.