|IO S. A, BE MORAAZ, ANTWOORD Zoo ook telt men de uitwafemingen van fteenkolen, pik, en eenige fpece~ ryen onder de vermogendfte behoed middelen tegen de pest, en andere be- fmettelyke ziekten. Dan daartegen word de dampkring ook beladen met uitwafemingen, die voor onze gezond heid zeer nadeelig zynen tot veleby- zontfere gebreken aanleiding geven. De uitwafemingen van bilfenkruid, fafraan, leliën, dovekolen, en meer anderen, tasten hoofd en longen aan: de bladeren der dolbeziën ofwolfsker- fen atropa belladond) zyn, volgens ge tuigenis van Zimmerman, zoo fchade- lyk, dat wanneer men dezelven iemand voor de oogen houdt, de iris in het Oog bare natuurlyke veerkracht ver liest, lain word, en zichonnatuurlyk verwydert. De uitwafemingen van men- fchen in beflotene vertrekken, gevan genhuizen, bofpitalenof op fchepen, met groote hoopen by een getroept, zyn ten uiterile fchadelyk bevonden, yooral wanneer de lucht riet ver nieuwd of ververscht word:— endaar die van zwavel, fchielyk ingeademdde longen verflikken 3 brengen die van het loodwit de colica fwtonumof fchil- ders

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 436