12 S. A. DE MORAAZ, ANTWOORD
lucht zoo meenigvuldig zyn geweest,
dat de regen zich daardoor rood ver
toonde, en van velen voor bloedregen,
werd aangezien en gehouden.
Dit zy genoeg over de kenbare
Juchts- en dampkringshoedanigheden,
om by vervolg daaruit te betogendat
de befinetfelen die heerfchende ziek
ten, en - wel byzonder kinderpokjes
voortbrengenin den dampkring huis
vesten; en wegens eene verfchillende
luchtsgefteldheid aan- of weggevoerd,
en minder o{ meerder verfpreidt wor
den:— zoodat, offchoonmen uit deze
kenbare luchtshoedantgheden de eigen-
Jyke oorzaakdie de kinderpokjes
voortbrengt, in haren aard en wyze van
werken, niet leert kennen, zy echter
de voornaamfte oorzaak zyn, zoowel
van het aan- als wegvoeren van het
pokfmet; en dus, in het voortbrengen
en uitroeijen dezerziekte, geen gering
aandeel hebben. Ook kunnen zy aan
het gantfche beloop dezer ziekte veel
voor- of nadeel toebrengen: en zelfs
de toevallen der kinderpokjes hangen
zeer veel van deze kenbare iuchtshoe-
cianigheden af. Zoo was, by voor
beeld, de ongemeen groots droogte,