322 S. A. DE MORAAZ, ANTWOORD
fmetfel uitgaat; en een ander, 't welke
het ontfangt, en daardoor dezelfde
foort van ziekte als het eerfle ver-
krygt: zoo moet 'erbuiten tegenfpraak
in den beginne één de eerlte geweest
zyn, die uit geheel andere oorzaken
dan door het fmet van een' ander' te
ontfangen, eene befmettelyke ziekte
gekregen heeft. En is dit ééns ge-
fchiedt, dan kan zulks ook meermalen
gebeuren; zoodra maar wederom de
zelfde famenloop van oorzakenwaar
uit zoodanig eene ziekte allereerst
oorfpronglyk ontflond op nieuw plaats
heeft: het gene echter maar zeerzeld*
faam, en in fommige landen nooir,
fchynt te gebeuren, van swieten
bewyst, met genoegfame voorbeelden
dat in fommige dieren [i] uit inwen
dige oorzaken, zonder eenige vooraf
gaande befmetting, de hondsdolheid
kan on titaan: en dat dit befmet-
fel in zoo een lichaam dermate word
voortgeplant en vermeenigvuldigd
dat
Als honden wolven vosfenen kattendoch
het fchynt nooit te gebeuren in paarden, osien
fchapen, ezels, varkens, en andere diereli, dat zy.,
(zonder voorafgaande befmetting) alleen uit inwen
dige oorzaken, dol worden. Zie g. de wind over
de Pergiften in het XlPfe Deel der Perk a tl delingen
ran dit genootschap: bladzc 351.