OVER DE KINDERPOKJES. 323
dat het gantfche dier in alle zyne dee-
Jen befmettelyk word; zoo ver zelfs,
dat het geringde deeltje van zyn fpeek-
fel vermogende is, om deze vreeslyke
ziekte aan anderen mede te deelen,
en alom te verfpreiden. Plegen wy
vervolgens met naauwkeurige waarne-
mingen hieromtrent raad: dezen lee-
ren ons, dat ook dikwyls van open
bare uitwendige oorzaken heerfchende
ziekten ontdaanwelken de lichamen
die zy aantasten, dermate verande
ren en hunne vochten zoo doen ont
aarden, dat zy eene belmetting van
zich uitgeven, waardoor foortgeiyke
ziekten worden medegedeeld aan an
deren, die in het geheel niet aan die
openbare oorzaken, waaruit die eer
de ziekten oorfpronglyk ontdonden,
zyn blootgedeid geweest. Hieruit
moet men dus beduiten, dat het be«
fmetfel ook in het menfchelyke li
chaam kan worden voortgebracht, en
vermeenigvuldigd, van eene ziekte,
die zonder befmetting uit openbare
oorzaken eerst is voortgekomen: en
dat een befmetfelop deze wyze
eens geboren, vervolgens in ftaat
isom wyd en zyd zich te ver-
X 2 fprci-