OVER DE KIN D ERPOKJES. 327
dat geene der wyven, welke met
hem eene naauwe gemeenfchap
oefenden, tot den volgenden dag
in het leven bleven.
En eindelyk vinden- wy by
frommannus aangeteekenddatpo-
rus, een Indiaanscb koning, door
het dagelykfche gebruik van flangen
en venynenzoo zeer vergiftigd zy
s, geworden, dat hyden omftanderen,
of door zynen adem, of door aan-
raking, of met zyn fpeekfel, naar
welgevallen dooden konde."
In hoeverre deze verhalen al, of
niet, geloof verdienenlaat ik geheel
onbeflist:dan de mogelykheid, dat
porus zich met flangen en venyn kan
gevoedt hebben, is buiten allen twyfel.
Want behalvedat men zich langfa-
merhand aan het fterkfte vergif kan
gewennenzoo zyn 'er waarnemin
gen, waaropmen ftaatkan maken, dat
het addergif niet Ichade, wanneer het
door den mond word ingenomen,
maar alleen dan, wanneer het door
in eene beet de wond word aange
bracht en uitgeilort
X 4 Ein-
Zie de wind, in de vorengemeSde Verhandeling;
bl. 287.