over de kindkrp0kje5» 355 lang aan vericheidene andere zaken vasthangen, en haarbefmettendvermo- gen behouden. De pokdraad is hier van een bewys, die weken lang krachtig blyft, om door inenting de ziekte aan anderen mede te deel en. ïn het jaar 1713. werden de kinder- pokjes aan de kaap de goede hoop, daar zy' nimmer te voren geweest waren zeer toevallig overgebracht met het waschgoed der vlotelingen, die op de reize derwaards gepokt had den, doch by hunne aankomst reeds volkomen herfteld waren: de flach- ting, die zy aldaar aanrichtten, was allerverfchriklykst: vyf, zes, en meer menfchen ftierven in één huisge zin der burgerenzoodat men geene oppasfers by de zieken meer beko men kondeen de meeste lyken, door gebrek aan planken, ongekist Z 2 be neer Hechts drie huishoudens vry bleven) en 1785. In het jaar 1790. openbaarde zich we] wederom deze ziekte in vier huishoudensdoch ging niet verder door; hoe onachtfaam men ook was omtrent het ver- Ipreiden der befmettiiig. Te OOLTGENSPLAAT (zynde de uiterfte Z.O. hoek van dit eiland) hebben zy algemeen geheerscht in 't jaar 1764 en 1765. 1772 etl 1773. 1785. en mi J7pt. zyn zy wederom begonnen te heerfcheu.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 481