35$ S. A. DE MORAAZ, ANTWOORD de veelheid dier Hof. Maar, of deze ftelregel by eene natuurlyke befmet- ting wel doorga, verdient nadere overweging. Dan vooraf dient aan gemerkt, dat het my vry waarfchyn; lyk voorkomt, dat de pokfmet,by eene natuurlyke befmetting inge ademd, doorgezwolgen, of op wat wyze die ook in de lichamen indrin- ge, op die deelen, waaraan zy zich eerst vestigt of inplant, omtrent eene foortgelyke uitwerking doet, als op de uitwendige deelenwaaraan zy door inenting word medege deeld. Dit nu vooronderfteld zyn- debefchouwen wy dus eens de wondjes, en de dagelykfche veran deringen, die zy meestentyds on dergaan: en weiken niet kunnen af hangen van een anderhalf- lyns fteek- je, in de opperhuid aangebracht; maar alleen van het medegedeelde pok gif, dat dikwyls werken zoude, al werd het maar op de huid ge fineerd. Om deze wondjes nu be ginnen zich, veeltyds eerst den der den of vierden dag, kleine roode rand jes te vertoonen, die dagelyks in grootte toenemen; en py fommigen PQ"

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 484