over de kinderpokje2. 36^
daarnaj ja zelfs de lyken van hen,
die aan deze ziekte gcltorven zyn
geven deze befmettende uitvloeifels
nog van zich. Hoe nader men nu by
deze beimettingsbronnen komt, hoe
meer gevaar men loopt om befmet
te raken; en hoe verder daaraf men
blyfthoe zekerder men zich beveiligt
naardien de lucht, zoo als ik voorhene
betoogd hebde befmetfelen verdunt
en krachteloos maakt, pringle oor
deelt, dat een afftand van omtrent
eene engelsche myl, of misfchien
nog minder, genoegfaam zy om zich
te beveiligen: dan men dient op 't
oog te houden, dat hoe talryker de
beimettingsbronnen zyn, hoe wyder
zich de pokfmet verfpreide; ten zy
duinen of hooge bergen den lucht-
ftroom fteuiten. Die aan kaap de
goede hoop maar even achter de ber
gen vluchtten, bleven vry; terwyl in
't vlek zelve de kinderziekte eene ver-
fchrikkelyke verwoesting aanrichtte.
Door berichtenwaarop ik zeker
meen te kunnen afgaan, is my mede
gedeeld: dat men in westvoorne,
of aan den uiterften westhoek van het
eiland goedereede, een zekere pol
der