J7<5 S. A. DE MORAAZANTWOORD ner3 enden en ontbindenden -ftaat des loeds; als de koortsbast, of andere hartfterkende m.doelenvoor iemand van zeer fterke ftyve vezelen, en een zeer diklymig bloed. Waarom zy, die tot de inenting overgaan,- wel zeer oplettend dienen te zyn in bet ver kiezen van een' geneesheer; en voor* al nooit deze kunstbewerking moeten toebetrouwen aan onkundigen, die in de geneeskunde noch onderwezen poch geoefend zyn, Ëindelyk maakt ook de byzondere geaardheid van iemand, (idwjyncrajia) deze ziekte, eveneens als in andere gevallen, grootlyks verfchillende: - want, gelyk eene lichte kwetfuur of fchrap by den eenen mensch vervuilt, en eene kwaadaardige zweer word; ter- ,wyl bv een' anderen eene groote won de zeer gemakkelyk heelteven zoo brengt ook dezelfde befmettingnie£ alleen in eene zelfde ftad of plaats, jnaar zelfs in hetzelfde huisgezin, dik- wyls zeer verfchillende foorten van pokken voort; fommigen ongemeen gunftig en onderfcheidenanderen zeer kwaadaardig en famenvloeijende. Ik feefe self ap een'endenzelldentyd, dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 502