OVER DÉ KINDERPOKJBS. 377 nergensin, by, ofomtrentonzeplaats',' eenige pokken gevonden werden, drie kinderen behandeldhet eene aan faraen vlo ei jendeen de twee overigen aan ondertcheidene kinderpokjeswel ker l'met hun niet'wel anders konde me degedeeld zyn, dan hangende aan de kleederen of goederen van hunnen va der, die uit eene anderellad, waarinde kinderziekte heerschte, was thuisge komen, en dus zeer waarfchyn'yk eene zelfde foort van fmet geweest moet zyn, MfcAD merkt daarom te recht aan, dat het minder verfchille, uit welk lichaam de pokftof genomen, dan in welk het ingebracht worde. Ook leert zulks de ondervinding by de inenting: want al neemt men ftof van famenvloeijende, zoo brengt die echter onderfcheidene pokjes voort: zoo dat het dus ten klaarlle blykt, dat de hoeveelheid, hoedanigheid, en toevallen der kinder pokjes,niet alleen daarvan afhangendat de pokfmet den eenen tyd kwaadaar diger en werkfamer isdan den ande ren tyd; maar wel vo irnamenlyk van de byzondere dampkrings- en lichaamshoedanigheden: die men der halve wel degel yk als voorfchikken- Aa 5 de}

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 503