®So S. A. DE MORAAZ, AKTWOOED leen; of dat die overeenkomsttusichen de opwekkende en vöorfchikkende •oorzaken by hen nooit plaats gehad Iiebbe, welke vereischc word o;n de kiekte voort té brengen? durve ik niet bepalen: fchoon ik voor my zel ve eenigszins van gedachte ben, dat ieder mensch, zoolang hy niet ge pokt. heeft, deze voorgefchiktheid van zyne geboorte af tot zyn üerfuur toe blyft omdragenen dat by hem, al leen wegens de twee laatstgemelde re denen het pokgif, al ware het zelfs door inenting medegedeeld, werke loos blyft Toen in het jaar 1768. de Baron dimsdale, met behulp van den Heer ingenhousz in de dorpen Ber- kemflead, en hay ford, zevenhonderd perfoonen van allerlei ouderdom, van drie weken tot zeventig jaren, zonder dat'er één ftierf, te gelyk in entte: bevonden zich zelfs daaronder een man van tachtig, en eene vrouw van negentig jaren. Waren nu deze twee, en de andere hoogbejaarden, 'pas vóór de inenting geftorvenzou de men zekerlyk hen gerekend heb ben onder die genen, welken men wil dat tot de kinderpokjes geene voorge- fchikc-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 506