384 S. Ai DE MORAAZ, ANTWOORD
fchynlyk is het gevoelen van hen,
die ftellendat onze vochten zekere
deeltjes in zich bevattenwelken zich
lichter dan eenige andere deelen door
de pokfmet laten aanfteken, en door
meer gemakkelyk hare geaardheid aan
te nementen eenenmale aan de fmet
gelyk worden; even als het tonder,
door één vonkje vuurs aangeftoken,
zeer licht zelf vuur word: en dat al
leen van de hoeveelheid dezer deel
tjes (die zy daarom het voeder van
de pokfmet noemen) de hoedanig
heid en veelheid der kinderpokjes
fchyne af te hangen: blyvende alleen
die genen vry, we;ken die deeltjes,
of dit voeder, niet by zich gehad
hebben; of by wien het, nadat zy
deze ziekte ééns ondergaan hebben
geheel verteerd is; ot by wien het
(zoo als men daarby zoude kunnen
voegen) wegens verborgene oorza
ken onvatbaar gebleven is: omtrent
even gelyk tonderwanneer het voch
tig isgeen vuur vat. Dit voeder
meenen zy vervolgensdat nergens
in eene byzondere plaats van ons li
chaam opgelloten; maar door alle
onze vochten gelykelyk verfpreidt zy,
en