over de kinderpok jes. 385 en met dezelven omloope: zoo dat» wanneer wy, door ruime ontlastingen» een groot gedeelte onzer vochten verliezen, alsdan ook de hoeveelheid van dit voeder in onze lichamen mer- kelyk moet verminderenwaarom voor dit gevoelen fchynt te pleiten het gene door mead en andere voor name mannen is waargenomen: na- melyk, dat wanneer de vochten» na voorafgaande zware ontlastingen (het zy blocdftortingenkwyling» ftoelgang, of fterk zweet, uit de na tuur ontdaan of door kunst verwekt,) merkelyk verminderd zynen de kin- derpokjes daarop volgendezen alsdan gemeenlyk zeer weinig en goedaar dig zynja zelfs heeft men voorbeel den, waarin (nadat de uitbottingstoe» vallen reeds tegenwoordig waren; ja» wat meer is, nadat de uitbotting zelve reeds begonnen had zich te vertoo- neneen geweldige buikloop, fterk zweetof overtollige neusbloedingen s uit de natuur ontftaande, niet alleen deze ziekte merkelyk hebben vermin derd, maar zelfs geheel doen ophou den en verdwynenzonder dat eenige xr. deel. 13 b kin-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 511