396 S. A. DE MOE AA Z, ANTWOORD
teerd zyndenooit wederkrygt, om dat
hy het vervolgens niet meer noo-
dig heeft: als zynde iets, het welke
tot de dierlyke huishouding zoo zeer
niet behoort, en daaraan altans geen'
den minden dienst doet. Mogelyk
"wel brengt het eenige belemmering
daaraan toe: en dat dit de reden zy
waarom meenig een veel gezonder na,
dan vóór, de kinderpokjes zich be
vind e
Uit het gene ik over de befmetfelen
In 't gemeen en nu over de pokfmet
in't byzonder gezegd heb; en uit het
gene ik van de eigenfchappen der lucht
en de gefteldheid des dampkrings heb
laten voorafgaan: blykt genoeglaam,
dat de pokfmet in den dampkring
huisvest: en dat de lucht het gefchiktfte
voermiddel vehiculumis, niet alleen
om die fmet af- en aan te voeren
maar byzonder ook, om dezelve tot
de binnenfte deelen van befmetbare
lichamen te doen indringen, waartoe
die fmet op zich zelve, zonder deze
geleiding, minder in ftaat zoude zyn.
Want de byzondere eigenfchappen
der luchten vooral hare veerkracht',
maken deze vloeillof de eenigftedie
zoo-