398 S. A, DE MORAAZ, ANT WO ORB
def geleiding der lucht, alleen doof
aanraking zich fchynt voort te plan
ten: want het komt my voor, dat
in dit geval de pokfmet, met de
lucht niet zoo zeer vermengd zyrtde
ook zoo diep niet tot het binnenile
der vaste en vloeibare deelen in
dringt, en mogelyk daarom eene min
vermogende werking doet't gene wel
ééne der redenen kan zyn, waarom
de kinderpokjes, door inenting mede
gedeeld, meest altoos veel gemakke-
lyker en gunftiger afioopen, dan de
natuurlyken, waarin de pokfmet on*
der geleiding der lucht tot de binnen*
fte deelen der lichamen zich indringt,
1 Vraagt men nu, hoe onze damp
kring met de pokfmet beladen kome?
Ik antwoorde: in onze landen, zoo
veel men weet, uit geene kenbare
luchtshoedanighedenmaar alleen
door befmette lichamen, die altoos
hier of daar gevonden wordenen door
hunne uitwafemingen den dampkring
rykelyk beladen kunnenof door
befmetfelen, die reeds een'geruimen
tyd opgefloten zyn geweest, en daar-
namet meerder gewelduitbarftenzoö
als ik hierna met het voorbeeld van eene
kist