OVER DE KINDERPOKJES. 403
Jykheid hieruit ontftaande, otn een®
goeden thermometersü.and te vinden,
belpeuren de weerkundige waarne
mers en hoe de warmte, niet alieen
de dampen en uitwafemingen, maar
tevens ook de befmetfelen, vluchtig
make, en hoog in den dampkring,
waar zy nietfchaden kunnen, doe op-
ftygen heb ik te voren reeds aange
toond. Eindelyk ook nog kunnen op
eene byzondere plaats de kinderpok-
jes heerfchenen eene naburige daar
van vry blyvendoordien andere epi-
demifche ziekten, die derpokfmetdoen
plaats ruimen, aldaar deoverhandheb-
ben, en heerfchende blyven: zooals
ik te voren breedvoerig getoond heb
yeeltyds te gefchieden, wanneer de
dampkring met meer dan eene foort
van befmetfel gelyktydig beladen is:
- en dat twee befmetfelen in een en
't zelfde lichaam nooit te gelyk wer
ken, heb ik reeds door een voorbeeld
der inenting van de kinderpokjesdie
met de mazelen gelyktydig regeerden,
bewezen en aangetoond.
Dan het zal nu vervolgens daarop
aankomenom naar te fpeuren op
wat wyze de eerstvoorgeftelde damp-
Cc 2 krings-